Skip to main content

Vanaf 1 maart 2024 is de kwekerij en showtuin open. Check de actuele info

Aanplant en onderhoud

Zelf aanplanten

Het aanleggen van bamboehagen, het vullen van beplantingsbakken met bamboe, (gemengde) siergrasborders en beplantingscomposities voor uw tuin kunt u met de juiste informatie en aandacht zelf uitvoeren. Bij uw bezoek aan de kwekerij krijgt u informatie over de standplaats, water/lichtbehoefte en kunt u de benodigde accessoires en hulpmiddelen aanschaffen of deze tevoren via de website bestellen. U krijgt een duidelijke aanplantinstructie mee.

Uitzetten bamboeplanten voor aanleg bamboehaag op de perceelsgrens

Aanleg van bamboehagen

In de dagelijkse praktijk krijgen we vaak de vraag van tuinbezitters of het mogelijk is bamboe op een relatief smalle plantstrook toe te passen. Onder voorwaarden kan bamboe op een beperkte breedte groeien met extra water, voeding en snoei. Het lijkt het verstandigste om van een minimale plantstrookbreedte uit te gaan van 50 cm, mits van extra water en voeding voorzien met een goede kwaliteit plantaarde. Deze maat geeft de minste groeistoornissen. Het meest ideaal zijn stroken van 75 tot 100 cm of breder. Op deze breedte zijn minder kunstgrepen nodig en heeft bamboe voldoende bodemvolume tot zijn beschikking om tot natuurlijke proporties uit te groeien. De haalbare grootte wordt mede bepaald door de beschikbare ondergrondse wortelruimte. Dat wil zeggen dat op een smalle strook met weinig wortelvolume de planthoogte beperkt is en bijvoorbeeld een Phyllostachys bissetii niet tot volwassen afmetingen uit kan groeien. Bij het aanplanten van de bamboes wordt langs de randen van de beschikbare plantstrook wortelbegrenzerfolie in de grond aangebracht om de haag op de gewenste breedte te houden. Het versmald opsluiten van bamboe kan met het speciale bamboefolie (HDPE = high density Polyethyleen folie), verkrijgbaar bij de kwekerij, zie Producten & Accessoires.

Water

In tuinen waar de ruimte ontbreekt om bamboehagen tot hun natuurlijke afmetingen uit te laten groeien kan men bamboe toepassen op smallere plantstroken en deze met behulp van snoei in de gewenste vorm houden. Bijkomend voordeel is dat het formaat van de haag naar eigen hand te zetten is. Ik kom soms hagen tegen op smalle stoken van 30 of 40 cm. Dat kan goed gaan, maar let wel op het risico van verdroging door watergebrek en verschraling door voedselgebrek. Zorg daarom voor een voldoende breedte van minimaal 50 cm en toereikend vocht en voeding gedurende het groeiseizoen. Bij lange hagen is het de overweging waard om een permanente watervoorziening aan te brengen, bijvoorbeeld in de vorm van een druppelslang. De kosten voor dergelijke watervoorzieningen zijn tegenwoordig relatief laag.

Plaatsing rhizoombarriere wortelbegrenzer folie HDPE voor woekerende bamboe

Snoeien

Het snoeien van bamboe behoeft enige toelichting. Veel tuinbezitters durven bamboe niet te snoeien of bij te knippen door gebrek aan kennis en ervaring. Hierdoor kan op den duur een te forse plant ontstaan met een warboel aan oude en nieuwe halmen. Voor iedereen is het vanzelfsprekend om Taxus en Buxus door jaarlijkse snoei in een klein formaat te houden terwijl het van nature heesters zijn van respectievelijk 10 en 4 meter hoog! In landen als Japan en China groeit men op met de bamboecultuur en wordt snoei veelvuldig toegepast. Het is daarom goed te weten dat veel bamboesoorten zich ook prima lenen voor snoei. De snoei van bamboe beperkt zich tot 1 a 2 maal per jaar de nieuwe halmen op de gewenste hoogte en/of breedte terug te snoeien. Hiervoor kan een standaard heggenschaar (handmatig of elektrisch) gebruikt worden.

Bamboe kan in principe het hele jaar door gesnoeid worden. Een gunstig moment is kort nadat de nieuwe halmen op hoogte zijn gekomen en met de ontwikkeling van de zijtakken bezig zijn, maar later kan ook. Van nature zijn de meeste bamboes van onder tot boven bebladerd. Bamboe kan zowel in hoogte gesnoeid worden (getopt) als in de breedte (zijtakken inkorten). Dit stimuleert een extra dichte, compacte bladgroei en daarmee een dichte plant. Ideaal voor dichte hagen. Bamboe kent trouwens geen slapende knoppen zodat na snoei of verwijderen van zijtakken rond de halm geen nieuwe hoogtegroei op dat punt te verwachten is zoals heesters en bomen wel doen. Bij de snoei van bamboe is het van belang rekening te houden met een gezonde verhouding tussen de ondergrondse delen (wortelkluit) en bovengrondse delen (halmen/bladmassa). Van een smal opgesloten rhizoomstelsel is geen plant met volwassen hoogte te verwachten. Een voordeel van een gesnoeide haag ten opzichte van een vrijgroeiende bamboehaag is dat er minder doorbuiging is bij zware regenval of sneeuwlast. Hierbij zijn gesnoeide Phyllostachys- en Semiarundinaria-hagen het stevigst omdat de ingekorte dikke halmen zeer stijf zijn. Binnen de Fargesia-groep springt Fargesia robusta ‘Campbell’ er positief uit wat betreft stijfheid en stevigheid.

Begrenzen, plantafstand en groei

In sommige oude Japanse en Chinese tuinen worden bamboehagen al decennia als smalle, groene schermen toegepast door de rhizomen van een woekerende soort (Phyllostachys of Semiarundinaria) aan beide zijden op te sluiten tussen verticaal in de grond aangebrachte leistenen of geschakelde dakpannen. Tegenwoordig doen we dat in het Westen door het ingraven van wortelbegrenzerfolie van HDPE (high density polyethyleen). De zijtakken en toppen worden jaarlijks gesnoeid zodat een compact en zeer dicht bebladerd geheel verkregen wordt op slechts een halve meter breedte of minder bij een zelf te bepalen hoogte tussen 1,5 en 3,5 meter. Dergelijke hagen zijn bij ons ook te realiseren door een aantal stappen uit te voeren. Eerst is er langs de omtrek van de gehele plantstrook wortelbegrenzerfolie nodig; bij Fargesia’s ondiep aan te brengen tot maaiveldnivo (ca. 20 a 30 cm), bij Phyllostachys 55 cm en bij Semiarundinaria 70 cm diep waarbij het folie enkele centimeters boven het maaiveld uitsteekt. Na het vullen van de plantstrook met organisch rijke, vochthoudende en tevens voldoende afwaterende grond, worden de bamboes geplant. Afhankelijk van de tijd die men zich gunt om de haag dicht te laten groeien is de plantdichtheid 1, 2 tot 3 stuks per strekkende meter. Bij 1 plant per strekkende meter zijn er minimaal drie groeiseizoenen nodig om een zichtdichte haag te verkrijgen. Bij 2 planten per strekkende meter duurt het ongeveer twee groeiseizoenen en bij 3 planten per strekkende meter is met 1 groeiseizoen al een dichte haag te verkrijgen Deze groeisnelheid is mede afhankelijk van de plantmaat die men aanschaft om mee te starten. Oudere planten in een 10 tot 20 liter container hebben al redelijk stevige halmen. Kiest men voor jonge planten in bijvoorbeeld een 3 of 5 liter dan produceert de plant in eerste instantie voornamelijk dunne halmen waardoor de haag de eerste jaren neigt over te hangen bij regen of harde wind onder het gewicht van het loof. Dit is te ondervangen door bij aanplant links en rechts van de strook een verticale paal met schoorpaal aan te brengen en hiertussen 1 of 2 waslijndraden te spannen (staaldraad met kunststof omhulling). Hier kunnen de eerste jaren de halmen aan opgebonden worden. Na enkele jaren maakt de bamboe dikkere en dus stevige, stijve halmen die nauwelijks of geen ondersteuning meer nodig hebben. Een bamboehaag is tevens goed windbestendig omdat de flexibele halmen meebuigen bij zware windbelasting en niet breken. Grotere plantmaten hebben een ouder wortelstelsel en dikkere, stevigere halmen, zodat deze weinig ondersteuning behoeven in het begin.

Jaarlijkse verjonging

Een bijkomend voordeel van een bamboehaag ten opzichte van andere, traditionele hagen is dat bamboe zich altijd jaarlijks blijft verjongen vanuit de wortelbasis met nieuwe halmen en bladeren, waarbij ook de oude halmen jaarlijks een deel van het oude blad inwisselen voor frisgroen nieuw loof. Dit in tegenstelling tot traditionele hagen zoals coniferen of beuken waarbij de haagplanten langzaam verouderen, onder kaal worden en op den duur afsterven waardoor gaten in de haag ontstaan of de gehele haag vervangen moet worden. Zelfs een bamboehaag van vele tientallen jaren oud kan zich na uitdunning weer volledig verjongen en er weer frisgroen uitzien, alsof de plant recentelijk geplant is. Een andere bijzondere eigenschap van een bamboehaag is dat de hoogte en breedte jaarlijks aangepast kan worden door de nieuwe halmen elk jaar op de gewenste hoogte te toppen en op breedte te snoeien. Bij traditionele hagen kiest men een gewenste eindhoogte en is het niet mogelijk (zoals bij coniferen), of duurt het vele jaren om de haag in hoogte toe te laten nemen. In principe kan men een bamboehaag van bijvoorbeeld Phyllostachys bissetii die jarenlang op schuttinghoogte is gehouden in een seizoen tot bijvoorbeeld 3 meter hoog laten opgroeien als de achterburen een nieuwe verdieping op de woning zetten en de privacy in het geding komt.

Bloeirisico’s beperken

Bamboe bloeit met een grote tijdsinterval van tientallen tot meer dan honderd jaar. Sommige soorten, zoals veel Fargesia’s, sterven af na de bloei, terwijl andere soorten, waaronder diverse soorten Phyllostachys en Pseudosasa vaak tijdelijk terugvallen in groei en langzaam weer opnieuw vanuit de basis uitlopen met nieuwe halmen. Van diverse bamboesoorten is de volgende bloeiperiode niet bekend. Om bloeirisico’s van soorten met een onbekende bloeiverwachting bij lange hagen en grotere beplantingsobjecten te minimaliseren is het aan te raden meerdere soorten toe te passen in een uitgebalanceerde verhouding. Hierbij kunnen wij adviseren, want niet alle soorten verdragen elkaar. Een mix van soorten hoeft voor het beplantingsbeeld niet storend te zijn. Men kan bijvoorbeeld een groene bamboehaag van Phyllostachys bissetii goed mengen met Phyllostachys humilis en Phyllostachys nuda zonder dat dit voor de leek zichtbaar is. Ook kan het soms visueel aantrekkelijk zijn om groen- en geelhalmige soorten te mengen. Dergelijke soorten zullen zich door elkaar verweven tot er een evenwicht ontstaat. Mocht een van deze soorten tot bloei komen dan kunnen de andere soorten de gaten snel opvullen.

Water en voeding

Smal opgesloten bamboehagen zijn gevoeliger voor verdroging en kunnen sneller last hebben van voedseltekorten. Het beperkte wortelvolume wordt langzaam ‘leeggepompt’ door de bladverdamping van de plant tijdens het assimilatieproces. Als het langere tijd niet regent of als de haag in de regenschaduw ligt is extra water nodig. ‘Regenschaduw’ zijn plaatsen binnen het microklimaat van de tuin waar minder regen valt dan op andere plaatsen, bijvoorbeeld achter een schutting, of onder het loof van een grote bomenrij. Let dus op de situering van de haag ten opzichte van de (voornamelijk) westelijke aanvoer van regen. Het is daarom van belang om tijdens droge perioden en op ongunstige locaties de planten van voldoende water te voorzien. Op zich kan goed gewortelde bamboe prima een periode van droogte verdragen, maar tijdens de ontwikkeling van de nieuwe scheuten tot vertakte halmen is watergebrek beperkend voor de nieuwe groei. In veel tuinen wordt al gewerkt met druppelirrigatie en het is dan handig ook de bamboehaag hierin mee te nemen. Ook is er relatief minder voedsel voorradig en wordt er minder gerecycled door de plant (afgevallen blad valt voor een deel buiten de afgebakende wortelzone). Jaarlijks een gift met nutriënten en mineralen, afgestemd op bamboe, houdt de groei optimaal. Emmers met samengestelde bemesting voor bamboe (BambooFood) zijn op de kwekerij verkrijgbaar.

Zojuist beplante Fargesia haag rondom een rioolgemaal is na een jaar volledig dicht gegroeid

Zon en schaduw

Binnen de grote soortdiversiteit van bamboe zijn zowel soorten te vinden die zich lenen voor toepassing in de schaduw van een boom of gebouw op het noorden als soorten die vol op het zuiden staan in de volle zon. Over het algemeen zijn Fargesia’s met beste geschikt voor (half)schaduwrijke locaties zoals Fargesia murieliae x nitida, F. sp. Jiuzaighou-1 al voelen veel Fargesia’s zich ook prima thuis op een plek in gedeeltelijke of volle zon, zoals Fargesia robusta, F. dracocephala ‘Rufa’, F. ‘Wolong’, F. sp. ‘Scabrida’ en anderen. In onze tuin staan ook een aantal hagen op de oost-west-as geplant waardoor de ene kant op het noorden gericht is en nooit direct zon krijgt terwijl de andere kant geheel op het zuiden gericht staat in de volle zon. In bladerdracht en bladdichtheid is bij de hagen van Fargesia dracocephala ‘Rufa’, F. robusta ‘Campbell’ en Phyllostachys bissetii en Semiarundinaria viridis opvallend genoeg nauwelijks verschil te zien tussen de noord- en zuidkant. Dit toont de grote tolerantie van bamboe aan ten opzichte van de lichtsituatie. Wel is er verschil in de bladkleur; het loof op de noordkant is donkerder groen terwijl de bladeren aan de zonkant iets lichter groen zijn. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de invloed van het directe zonlicht.

Recent geplante bamboehaag Phyllostachys aureosulcata Aureocaulis  na een aantal jaren uitgegroeid tot een compact opgaande zichtdichte haag

Winter

De meeste soorten bamboes blijven in de gemiddelde Nederlandse winter goed groen. Sommige soorten kennen een beperkte bladrui in aanloop naar de winter. Anderen verruilen beschadigd blad na de winter voor nieuwe bladeren die uit de slapende bladknoppenn worden aangemaakt. Bladschade als gevolg van storm, strenge vorst en uitdrogende wind wordt zo snel weer aan het oog onttrokken. Tijdens de winter kan (natte)sneeuw voor buigende halmen zorgen. Maar zelden breekt een bamboehalm; meestal veren ze weer terug als de sneeuwlast verdwenen is. Gesnoeide bamboe(hagen) hebben door hun compacte vorm weinig last van overhangen.

Met bamboe ook in sneeuwwitte winters een groene tuin